Journalist en amateurzangeres Francine Postma bezoekt elke twee maanden een zangdocent. In ZINGmagazine doet ze verslag van haar ervaringen. Deze keer: Edwin Rutten.
Edwin is gevraagd door &C omdat de jeugdige en fleurige lezers als “ex-doelgroepers” graag willen weten hoe het met “hun” Edwin annex alias Ome Willem gaat.
‘Der Ring des Nibelungen, het magnum opus van Richard Wagner. Het verhaal heeft een altijddurende, barre actualiteit van menselijk handelen. Er zijn genoeg politici die model kunnen staan voor de personages [...] Angela Merkel zou in elk geval een goede Erda zijn, ’s werelds wijste vrouw.’
Ik heb veel gestoken van de grote, brede pluimage aan mensen die er in Nederland bestaat. Het is fantastisch als een Turk of Marokkaan tegen me zegt dat hij door mij Nederlands heeft leren praten. Waarop ik dan zeg: "Dus je eerste zin was Joepie de poepie? Nou, dat schiet dan lekker op!" En dan lachen we samen.
Luister even wat ik doe, lust jij ook een broodje poep? Nee, Edwin Rutten (74) speelt geen Ome Willem meer. Alleen heel incidenteel voor een goed doel. Verder niet.
’Klassieke muziek maakt bepaalde gevoelens los, het vegetatieve zenuwstelsel gaat werken. Tranen, haren overeind, pupillen die verwijden - je beheerst het niet, maar het gebeurt wel. Dat is toch een geweldig rijkdom?’
Gejuich klinkt in Restaurant Robert wanneer Edwin Rutten, voor velen bekend van Ome Willem, vraagt of er ook een poepdokter in de zaal is. Nienke Tode-Gottenbos (33) gooit haar handen in de lucht, trots als zij is op haar eerste boek De Poepdokter ’Gezond van mond tot kont.
Mijn banden met Edam-Volendam zijn tegenwoordig beperkt. Ik spreek nog wel eens met bewoners en ex-bewoners [...] en ik rij met de allerbeste gedachtes langs het bord ’Edam’ op de snelweg.
’Een gesprek met Edwin Rutten over het belang van muziek voor kinderen? Prima, maar we willen met hem toch ook dolgraag even mijmeren over Ome Willem, rakkers, geitenbreiers en broodjes poep.’
Hij houdt zelf van de oorverdovende stilte die hij nog steeds weet te vinden, op een waddendijk in Friesland [...] ’Eigenlijk zijn ook in de muziek de stiltes het mooist. De muziek leeft bij de gratie van stiltes’, zei een beroemd componist ooit. Door stilte kun je geluid waarderen.’
Annett Andriesen: Ik vergelijk spitsen altijd met sopranen. Een echte spits wacht tot-ie de bal krijgt en als-ie ’em erin schiet, dan is het hoera hoera. Maar hij heeft weinig besef van zijn omgeving. Een goeie sopraan heeft dat ook.’
Hou voeling met de tijd van 3, 6, 8 en 12 jaar. DAt is de tijd van de verwondering, de openheid. Beschouw social skills als spelen, het leven loopt aanmerkelijk gesmeerder.
’Door mijn weekendwerk op de radio en in het theater kom ik helaas niet vaak meer in het stadion, maar op televisie en via internet volg ik alles strak. Praatprogramma’s, uitslagen, ik houd alles over Feyenoord bij.’
’Vader was een miltitalent. Een van de belangrijkste dingen die hij tegen me gezegd heeft, is: ’Als je een talent hebt, dan moet je dat gebruiken, want een ander die het niet heeft, zou het graag willen hebben.’ Zo’n zinnetje blijft je altijd bij. Ach, een hele opvoeding bestaat maar uit een zinnetje of tien die je bijblijven.’
´Mijn creativiteit werd gestimuleerd door mijn vader, die zelf de kunstacademie had gedaan. [...] Hij zei altijd tegen mij: ’Als je talent hebt, dan mag je dat niet laten liggen. Want menigeen zou willen dat hij het had.’
‘Je moet je steeds verheugen op wat komen gaat. Bijvoorbeeld op de radio-uitzending die ik ’s middags moet doen, tussen twee en vier. […] Je kunt je eigen energie generen. En tijd is dan ook een relatief begrip.’ Met een knipoog: ‘Door al dat gedoe kom ik niet aan werken toe…’
Het allergrootste verschil tussen de Edwin-van-nu en de Edwin-van-toen is het verdwijnen van de losbolligheid. [...] En verder hou ik me aan de uitspraak van Willem Wilmink: ’Als de herfst zich vermomt als de lente, lijkt hij alleen maar ouder.’ Dus doe niet krampachtig jong.
Nadat ik haar naar haar stoel had begeleid, ben ik achter mijn drumstel gaan zitten en zong: ’Zeg eens allemaal, zijn er hier ook jongens in de zaal? Ach, dat doet me veel plezier, is er ook een prinsesje hier?’ Ze vond het enig!
Leef je eigen leven, knip de mythologische draad door van symbiose, wees vrij, met wie je liefhebt en met wie jou liefhebben. Dat is wat ik jullie zo van harte gun. Ik wil maar zeggen: ondanks ouders komt het vaak toch nog goed! Dat is jullie eigen verdienst.
Normaal gesproken staat hij in de schijnwerpers, zij in de schaduw. In Nouveau draaien we de rollen om: hij doet een stap opzij en richt de spotlights op haar. ’Annett is nooit te beroerd om me tegemoet te komen in mijn onverzadigbare behoefte aan bevestiging.’
‘De plechtigheid was voorbij, de prins loopt het podium af [...] geeft mij een hand en zegt: ‘Elke ochtend…’ en tegelijk stapelt hij zijn vuisten op elkaar en slaat met een lach zijn ogen ten hemel. In de vakanties worden afleveringen van Ome Willem namelijk herhaald en de jonge prinsessen kijken daar naar.’
‘Wat mij betreft, gaat Ome Willem door tot in het crematorium. Mijn pet moet aan de urne komen te hangen en ik wil het opschrift ‘deze vuist op deze vuist’ in as.’
Je moet werken aan de nieuwsgierigheid van kinderen; ze moeten één les voorliggen op jou: zij moeten jóu de vragen stellen. En je moet je niet opdringen, het aanbod moet de vraag volgen.
Bij de geboorte knip je de eerste navelstreng door en je moet erop letten dat je ook de tweede navelstreng doorknipt. Als ouder mag je geen claim op je kinderen leggen. Omgekeerd kunnen kinderen echter wel altijd bij hun ouders terecht.
Hoe stel jij jezelf voor aan het begin van zo’n lezing? Mijn openingszin is: ’U vraagt zich waarschijnlijk af: ’Wat doet Ome Willem hier?’ Want meestal zit toch mijn oude doelgroep in de zaal. Dan zingen we eerst Deze vuist op deze vuist, en het ijs is gebroken.
’Ik zong in die tijd ook jazzliedjes met mijn ogen dicht. Mensen vonden dat prachtig, omdat ze dachten dat ik helemaal in de zang opging. Maar ik had mijn ogen dicht, omdat ik eigenlijk bang was voor het publiek.’
Ik zat bij Rogier van Otterloo in de klas. We vonden elkaar in de muziek. Rogier piano, ik slagwerk en René Holdert Bas. Later stapte ik over op zingen.
‘Het leuke van Ome Willem was dat het geen ‘typetje’ was, ik was het zelf. Tuurlijk, hij was een uitvergroting van een deel van mezelf, maar hij bleef toch altijd dicht bij me staan. Daarom was het nooit vervelend om hem te spelen’.
’De combinatie bossen en IJsselmeer, zoals je die in de Zuidwesthoek van Friesland vindt, is mooi. De meren zijn prachtig en het is leuk om daar af en toe met een bootje te gaan varen. Maar niets is zo uniek als het wad en de dijk bij Oudebildtdijk. De kleur van het licht, de heerlijke zeelucht, de harde wind, de kale vlakten.’
Op 7 oktober van dat jaar werd het lied [Toch is ’t klote zonder jou] gedraaid in het KRO-radioprogramma ’Van twaalf tot twee’. Niemand vermoedde problemen, maar de achterban reageerde furieus.